Podcast aflevering 1. Kennismaking met Henk Verhoef en Eik en Linde

In deze eerste aflevering maakt u kennis met Henk Verhoef, Barokensemble Eik en Linde en het koor. Henk vertelt over zijn ideeën over hoe hij de Matthäus wil uitvoeren.

Inschrijven voor updates

[wysija_form id=”5″]

Transcript

U luistert naar de Matthäus podcast van Eik en Linde. In deze serie podcasts willen we u bijzondere dingen vertellen over de komende concerten van Bachs Matthäus Passion door Barokensemble en Koor Eik en Linde. Wie zijn we, wat doen we, en waarom zó? En we willen u meer vertellen over allerlei achtergronden van Johann Sebastian Bach en de Matthäus.

In deze eerste aflevering maakt u kennis met Henk Verhoef, Barokensemble Eik en Linde en het koor. Henk vertelt over zijn ideeën over hoe hij de Matthäus wil uitvoeren.

Hallo, ik ben Henk Verhoef en ik ben de continuo speler van Eik en Linde. Dat klinkt meteen al heel ingewikkeld. Maar dat betekent eigenlijk dat ik bij Barokensemble Eik en Linde één van de toetsenisten ben.

Ik ben musicus, ik ben organist en ook beiaardier. Ik ben vaste organist van de Nieuwe Kerk in Amsterdam, en ook van de Vrije Universiteit. Op de Vrije Universiteit speel ik ook klokken, daar speel ik op het carillon dat op het dak staat. Ik ben ook beiaardier van Monnickendam en van Woerden en organist van de Oosterkerk [in Amsterdam]. En verder heb ik nog wat activiteiten, ik geef wat les en ik adviseer ook bij de restauratie en de nieuwbouw van orgels en beiaarden, ook een hele aparte tak van sport.

In deze podcast ben ik dus vooral de continuospeler van Eik en Linde en in deze uitvoering is ook heel speciaal dat ik niet alleen maar continuo speel, maar ik dirigeer ook als het ware, of echt. Enfin, ik leid het ensemble, laten we het zo maar zeggen. En dat is bijzonder want meestal bij uitvoeringen zie je toch echt een dirigent voor het ensemble staan en die doet verder helemaal niks. En ik ga af en toe ook zitten en dan speel ik toetsen. Dus dan begeleid ik de evangelist, of ik begeleid een aria. En dan ga ik misschien weer even staan en dan geef ik de één voor het koor. En dat maakt deze uitvoering denk ik bijzonder.

We gaan met Barokensemble Eik en Linde de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach uitvoeren. In deze podcast gaan we volgen hoe we repeteren, hoe we erover denken en wat je allemaal zou kunnen weten, of niet weten, over de Matthäus Passion. En we hopen dat het een mooi verhaal wordt.

We gaan de komende afleveringen kijken: wie was eigenlijk ook weer Johann Sebastian Bach? En wat was die Matthäus Passion en hoe is die uitgevoerd? En wat gaan wij in onze uitvoering doen? We gaan ook kijken naar de uitvoeringspraktijk, zoals dat heet. Wat had Bach bijvoorbeeld voor instrumenten? We kijken naar de tekst van het stuk. En naar de muziek. En we kijken naar, wat je nu als dirigent of uitvoerder of zanger kunt doen en welke bandbreedte er is.

Ik ga dus spelen, ik ga dirigeren, maar ik ga vooral ook repeteren met het koor. En ik ga proberen om het zo voor elkaar te krijgen dat we werkelijk mét elkaar dat stuk straks gaan uitvoeren. En we gaan proberen om dat repetitieproces, om daar een soort verslag van te doen. Ik denk dat het wel leuk is om te horen hoe dat gaat. Wat we bereiken in die repetities, hoe het er bij het begin voorstaat en hoe het dan na een repetitie is. En dat hopen we ook te laten horen.

We kennen allemaal de Matthäus Passion, het grootste werk van Johann Sebastian Bach, en iedereen heeft met zo’n stuk toch wel een persoonlijk verhaal, dat heb ik ook. De eerste keer dat ik het stuk hoorde was de uitvoering van Herreweghe, ik denk in 1978, misschien wel 1977. En ik vond het meteen gewèldig. Het was voor de televisie, en ik zat aan de buis gekluisterd, en sindsdien heb ik het stuk natuurlijk nog heel vaak gehoord. De Matthäus Passion is net als grote werken, laten we zeggen opera’s van Verdi of noem het maar. Grote muziekwerken blijven je je hele leven bij. Daar ontdek je ook steeds weer nieuwe dingen in. De Matthäus Passion is daar natuurlijk geen uitzondering in. Het is zo groot en zo lang, met zoveel verschillende sferen, zoveel verschillende manieren om het uit te voeren, daar blijf je steeds mee bezig.

Ik heb één herinnering die ik misschien ik wil delen, dat is toch wel mooi. Ik studeerde in Parijs, orgel, bij André Isoir, dat was in 1988-1989. In het voorjaar van 1989 was er een uitvoering in de Saint Clotilde en daar kwam een Nederlands gezelschap onder leiding van [Gustav] Leonhardt, die kwam de Matthäus Passion uitvoeren. En dat zal ik nooit vergeten, om twee redenen. Ik zat daar in die enorme kerk met een hele grote akoestiek, en die uitvoering was heel solide. Alle noten daar, alles mooi zuiver, werkelijk een prachtig concert. Maar ja ik zat daar in die orgelklas van Isoir in een hele andere sfeer, want Isoir die zei altijd: ‘Het gaat niet over de muziek, je moet de mensen vermaken.’ Dus daar ging nog wel eens wat mis met die concerten maar het was altijd geweldig. De uitvoering onder Leonard had een veel strenger, veel Nederlandser karakter. Het contrast was geweldig interessant. En wat ook heel mooi was, dat ik in die hele grote kerk – ik zat helemaal achteraan – kon ik alle details horen. De akoestiek van zo’n grote kerk, als dat klopt met elkaar, met het bezoek, met het steen, het hout en het glas, als dat allemaal klopt, dan is die akoestiek gewèldig. Die is gewoon helder, die is duidelijk. Je hoort de muziek vanuit de verte heel zacht maar heel duidelijk. Dat is zomaar een herinnering die in mijn hoofd is verbonden met een Matthäus Passion.

Andere herinneringen zijn bepaalde stukken die je op een bepaalde gelegenheid heel mooi gehoord hebt. Bepaalde aria’s waarvan je aanvankelijk dacht ‘nou dat is wel erg lang en ingewikkeld’ en waarvan je pas weer na een tijdje de schoonheid leert ontdekken. Sommige stukken die in je verbeelding groeien, andere die wat verder weg raken en die dan toch weer dichtbij komen. Zo’n stuk leeft als het ware met je mee, en dat blijft fantastisch.

Het nadeel van zo’n beroemd stuk is natuurlijk dat het ook al heel veel is uitgevoerd. Dus ja, je zou kunnen denken: ‘hoef ik het niet meer te doen’. Maar ja, het is wel zulke grote mooie muziek dat het wel heel geweldig is om echt mee te doen. Het is één van de dingen die ik kenmerkend vind voor mijn leven als musicus. Ik ga niet graag naar concerten, en dat is omdat, als het slecht is, dan zit ik me te ergeren. Dan denk ik ‘nou, dat kan wel beter’. En als het heel goed is, dan zit ik me ook te ergeren want dan wil ik meedoen. Dus om dan bij zo’n Matthäus Passion er écht in te staan. Midden voor het koor en dan helemaal in de muziek, en die ook mee vorm te geven, op een hele boeiende manier, dat is natuurlijk gewoon een privilege.

Barokensemble Eik en Linde is ruim twintig jaar geleden ontstaan in Amsterdam. Er was een groep musici die op allerlei gelegenheden koren begeleidde. Dus als een koor dan bijvoorbeeld de Messiah van Händel wilde uitvoeren, of cantates van Bach, of ook wel modernere stukken, dan huurde ze deze groep musici in. En een aantal van deze mensen heeft gezegd: ‘het is toch wel aardig als we oude muziek spelen, dan we dan ook op oude instrumenten spelen’. En om dat te gaan ontwikkelen, om daarop te gaan studeren, hebben ze een ensemble opgericht: Eik en Linde. De naam komt ervan omdat de eerste repetities waren in de bovenzaal van Café Eik en Linde aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Dat waren ontzettend leuke bijeenkomsten, waar echt is gezocht hoe ga je nou ensemble spelen op die oude instrumenten. Hoe kun je nou tegelijkertijd moderne werken spelen met je moderne viool, of je moderne hobo. En toch ook een gevoel ontwikkelen voor die oude muziek op een viool zoals die in de achttiende eeuw werd gebruikt. Of een oude hobo.

Dat Barokensemble Eik en Linde is vervolgens een eigen leven gaan leiden met eigen projecten en ook koorbegeleidingen. En de Matthäus Passion die wij gaan doen is één van de projecten. Een paar jaar terug is het voor het eerst op deze manier gedaan. Barokensemble Eik en Linde was toen begeleider van het VU-Kamerkoor. En het VU-Kamerkoor had die Matthäus Passion nog nooit gedaan, die vonden dat ontzettend leuk. Een jaar later is dan nog een keer gegaan. Maar gaandeweg wil zo’n koor dan ook wel weer eens wat anders en er waren gaandeweg wat minder mensen geïnteresseerd. Toen hebben we mensen van buiten erbij gehaald. En dit jaar is het voor het eerst zo dat we met eigen mensen, noem het maar een Koor Eik en Linde, de Matthäus Passion gaan uitvoeren.
Ik heb het zo gedaan dat iedereen die mee wilde zingen – dat waren mensen, soms helemaal van buiten, soms mensen die al eerder met ons hadden meegezongen – langs is geweest. Ik heb ze allemaal gehoord. We hebben de beste stemmen uitgekozen om een klein maar doeltreffend ensemble te kunnen maken. Dat is dit jaar het Koor Eik en Linde.

Ik heb al gezegd dat ik ga spelen en ook wel wat dirigeren. Ik sta voor het ensemble, maar al een paar jaar hebben we de running gag dat dit de Matthäus is, zónder leiding van Henk
Verhoef. Dus niet ‘onder leiding’ maar ‘zonder leiding’ van Henk Verhoef. Waar het mij om gaat is niet dat ik als een dirigent daar voor sta met een opvatting en die opvatting die ga ik dan opleggen aan het koor en aan het ensemble. Dat is niet wat mij interesseert. Wat mij interesseert is dat de noten, de muziek, de tekst, dat dat wordt gesproken, gezongen, gespeeld door de mensen zelf en dat je echt het gevoel krijgt dat er een ensemble staat dat de muziek uitvoert. Mijn opvatting doet er niet toe. Dan zou je kunnen zeggen: ‘Wordt dat dan niet saai? Wordt het geen rommeltje?’ Het wordt geen rommeltje want ik probeer in te grijpen als het nodig is. Dus als het nodig is dan geef ik een 1 of een 2 en het ensemble weet dan wat ze moeten doen.

En bovendien is het zo dat de muziek van Johann Sebastian Bach zo fantastisch gecomponeerd is, dat als Bach een bepaald contrast wil, als hij een grote klank wil hebben, dan schrijft hij gewoon meer noten. Dan schrijft hij meer instrumenten voor. Als hij een bepaald effect wil hebben in tempo dan zie je dat de notenwaarden veranderen. Dus wat je moet proberen te doen is te achterhalen – alsof je een tekst leest – welke woorden staan er nou eigenlijk, en hoe moeten we die uitspreken?

Als we het daar met z’n allen over eens zijn, en we gaan het doen, dan krijgt zo’n uitvoering vanzelf een heel homogeen karakter, een overtuigend karakter. En dan zijn die contrasten er ook. Bovendien is het zo dat ik niet hou van uitvoeringen waarbij alles onder één saus gelegd is. En dat krijg je best vaak met zogenaamde romantische uitvoeringen. Dan krijg je uitvoeringen waarbij dan de dirigent vindt dat de Matthäus Passion op een bepaalde manier moet klinken. Bijvoorbeeld dat alles erg expressief moet zijn. Je krijgt dan een aria die heel expressief is. En ook het koor is heel expressief. Er zijn grote contrasten tussen piano en forte. En er zijn misschien contrasten in langzaam en snel. We hebben voortdurend het idee dat de dirigent maar aan het woord is en zijn persoonlijke opvatting over het stuk aan het publiek aan het vertellen is.

Waar het mij om gaat is dat Bach, als ik dat goed zie, een hele duidelijke driedeling aanbrengt in het stuk. Je hebt het bijbel-woord, gewoon het verhaal, dat wordt voorgelezen door de evangelist. En de evangelist die vertelt. Die vertelt op noten, die zingt, maar in wezen is dat vertellen. Die noten zijn niet als een aria. Dat is niet echt een melodie. Dat is meer alsof je praat en die spraakmelodie als het ware, is dan op noten gezet door Bach.

Daarnaast heb je de koralen, als het ware het andere eind van het spectrum. De koralen zijn als het ware de liederen van de gemeente. De gelovigen bij elkaar. Die heffen een lied aan en zo’n lied heet een koraal. En dat koraal, vanzelfsprekend, dat klinkt een beetje mechanisch zou je kunnen zeggen. Gewoon één noot per keer in een rustige vierkwartsmaat zoals een verzameling gelovigen, een gemeente, zoals ze zingen. Het heeft iets objectiefs. Het heeft iets van de ‘Kerk van Eeuwen’ die daar spreekt.

En dan heb je het derde aspect. Dat is dan de individuele emotie, en dat zijn de aria’s. Die aria’s, dat is dan de alt die op staat, of de tenor die op staat. De individuele gelovige die gaat vertellen wat nou zijn visie is op het verhaal. En waar we zijn en wat zijn emotie bij bepaalde delen uit het verhaal. Daar mag je weer een andere werking verwachten.

Als je die drie aspecten uit elkaar haalt, in het stuk, in de uitvoering, als je dus de mensen die spelen en zingen bewust maakt van wat ze aan het doen zijn, krijg je naar mijn overtuiging een heel helder en mooi contrast dat het stuk recht doet.

U heeft geluisterd naar de Matthäus podcast van Eik en Linde. Ongeveer iedere week tot begin april [2020] maken we een nieuwe aflevering.

In de laatste aflevering willen we vragen van u – de luisteraar – door Henk Verhoef laten beantwoorden. Stuur uw vragen per mail naar info@eiklinde.nl.

Eik en Linde gaat tussen 3 en 11 april 2020 de Matthäus Passion uitvoeren in IJmuiden, Deurne, Enkhuizen en Monnickendam. Meer informatie over concerttijden en kaartverkoop vindt u op de website www.eiklinde.nl. U kunt zich hier ook inschrijven voor de nieuwsbrief.

Dank voor uw aandacht en tot de volgende podcast!

De muziek aan het begin en einde van de aflevering is de aria Erbarme dich, uitgevoerd door Accordeana Accordion Orchestra uit Helmond, gedownload van https://imslp.org/wiki/Matthäuspassion%2C_BWV_244_(Bach%2C_Johann_Sebastian)